-+=

Wat is de ziekte van Stargardt (STGD1)?

De ziekte van Stargardt (STGD1) is een erfelijke netvliesaandoening, die het centrale deel van het netvlies aantast. Als gevolg hiervan leveren mensen met STGD1 over de loop van de tijd in op hun zichtvermogen. STGD1 is de belangrijkste oorzaak van het verlies van centraal gezichtsvermogen (macula degeneratie) bij kinderen en jonge adolescenten. De wereldwijde prevalentie van STGD1 ligt rond de 1:10.000. In Nederland zijn er ongeveer 1.200 gediagnosticeerde patiënten met STGD1.

Visuele cyclus

Wat veroorzaakt STGD1?

Genetische tests hebben aangetoond dat STGD1 wordt veroorzaakt door mutaties in het ABCA4-gen. Dit gen codeert voor het ABCA4-eiwit, een transmembraaneiwit in retinacellen dat essentieel is voor het gezichtsvermogen. Wanneer licht het oog binnenkomt, wordt een chemische cascade – genaamd ‘de visuele cyclus’ – geactiveerd, wat uiteindelijk leidt tot een signaal dat naar de hersenen wordt gestuurd om zo een beeld te creëren. ABCA4 fungeert als transporteiwit in deze visuele cyclus. Mutaties in het ABCA4-gen kunnen leiden tot een vermindering van de hoeveelheid (functioneel) ABCA4 die aanwezig is, of zelfs tot een volledig verlies van ABCA4-eiwitproductie. Wanneer er onvoldoende functioneel ABCA4-eiwit is, hopen afvalstoffen zich op in het netvlies. Dit leidt tot schade aan de retinale cellen en uiteindelijk verlies van zichtvermogen.

Wat zijn de symptomen van STGD1?

Patiënten met STGD1 verliezen geleidelijk aan gezichtsvermogen, vooral in het midden van het gezichtsveld, en kunnen uiteindelijk blind worden. In de animatie zie je dit proces van verval van visuele functie bij STGD1 weergegeven.

De linkerkant van de animatie laat zien dat de visuele klachten van iemand met STGD1 over het algemeen het volgende beloop kennen: eerst verlies van kleurenzicht, dan wazig zien en uiteindelijk de vorming van een blinde vlek in het midden van het gezichtsveld. Aan de rechterkant ziet u de bijbehorende veranderingen in het netvlies die kenmerkend zijn voor STGD1, op autofluorescentie-foto’s van het netvlies die in de loop van de tijd zijn gemaakt. Deze veranderingen zijn: vorming van witte vlekjes -wat ophoping van afvalproducten aangeeft- en het vormen van een donkere vlek in het midden van het netvlies, wat wijst op het afsterven van netvliescellen in de macula.

Klik om te vergroten.

Welke verschillen zijn er tussen STGD1-patiënten?

Er is een variabiliteit tussen patiënten in de leeftijd waarop de ziekte begint en de snelheid van progressie van de ziekte. Het ziektebeeld van STGD1 is grofweg in te delen in drie groepen op basis van de leeftijd waarop de ziekte zich manifesteert:

  • Vroege STGD1 treft jonge kinderen in de eerste 10 tot 20 jaar van hun leven en leidt over het algemeen tot een snelle afname van gezichtsvermogen en ernstige visuele beperkingen vóór de leeftijd van 20 jaar;
  • Intermediaire STGD1 manifesteert zich meestal tussen adolescentie en volwassenheid, en staat bekend om een ​​sterk variërend klinisch beeld;
  • Late STGD1 manifesteert zich na de leeftijd van ~40-45 jaar. De fovea (het centrum, welke het meest belangrijk is voor goed zicht) blijft ongeschonden voor enkele jaren. Echter, door een grote scotomen (‘blinde’ vlekken) die het centrum van het gezichtsveld omringen kunnen patiënten alsnog wel ernstige visuele klachten ervaren.
Back To Top